zondag 1 november 2015


Mourir un peu

Aan de Rijssensestraat in Wierden, een forensendorp in Twente, staat een lange rij vrijstaande huizen. Een ervan werd rond 1930 door de grootvader van mijn vrouw - mijn schoongrootvader – eigenhandig gebouwd. Het voldeed in die tijd ruimschoots aan de toen geldende opvattingen over woongenot. Er werden drie meisjes geboren, het oudste zou vele jaren later mijn schoonmoeder worden. Toen de tweede dochter trouwplannen kreeg, vond iedereen het gezellig als zij met haar toekomstige echtgenoot thuis zou blijven wonen. Heel praktisch bovendien voor het geval vader en moeder later nog eens hulpbehoevend zouden raken. Het inwonende stel kreeg twee zonen. Jaar in jaar uit leefden de drie generaties met en door elkaar onder hetzelfde dak. Voor de opgroeiende jongens een volstrekt normale situatie. Geen dag ging voorbij zonder oma en opa binnen handbereik te hebben. En die laatste kon snoepjesfluiten, dus alle dagen feest. Behalve dan die keer dat hij zijn wijsvinger aan de zaagmachine verloor. Met het klimmen der jaren werden de rollen omgekeerd. Tijdens hun laatste levensjaren woonden de hoogbejaarden in hun eigen huis bij het gezin in. Ondertussen hebben de jongens het huis allang als volwassenen verlaten en zijn hun ouders zélf opa en oma geworden. De ouderwetse woning en de niet-geringe lap grond eromheen vergen veel onderhoud. Werk dat door gevorderde zeventigers niet meer is op te brengen. Een appartement-met-lift in het centrum, bij voorkeur in de directe nabijheid van winkels, zou een oplossing zijn. Toen dat werd gevonden, kon het ouderlijk huis worden verkocht.
Vandaag zijn mijn vrouw en ik op uitnodiging naar Wierden afgereisd. Familieleden, vrienden en buren wordt de mogelijkheid geboden nog één keer door de geschiedenis te dwalen. Zich  nog één keer te verbazen over de gedateerde indeling en dito inrichting van het huis. Over het ontbreken van centrale verwarming en veel ander comfort. Het verlaagde plafond waar in oorlogstijd gevluchte Joden verstopt zaten. De steile trap naar de bovenetage en de hokkige slaapkamers met verzakte vloer. Op onze rondgang betreden wij voor de laatste keer de werkplaats waar onder meer de beruchte zaagmachine heeft gestaan. Dit is ook de plek waar mijn vrouw eens naartoe werd gestuurd. Haar streng gereformeerde oma mocht niet zien dat zij op zondag een blouse stond te strijken. Als we doorlopen naar de schuur ruik ik nog de varkens en kippen die opa er hield. Er staan verhuisdozen volgepakt met boeken voor liefhebbers. Ik heb er geen belangstelling voor. In het knusse delfts blauwe keukentje wacht ons een pan groentesoep. De woonkamer is al gedeeltelijk ontruimd, maar op tafel staan literflessen ‘frisse witte’ en ‘soepele rode’ wijn. Ik kies voor rood uit een wit plastic bekertje, en knabbel er een borrelnootje bij. Het moet ook niet te gek worden. Een melancholiek stemmend afscheid van een tijdperk mag niet ontaarden in feestelijkheid. Dan wordt het gezelschap  naar buiten gedirigeerd. Ter afsluiting van deze sentimental afternoon gaan wij in de voortuin als groep op de foto. Iedereen eventjes geforceerd glimlachen en nog een allerlaatste keer omkijken. Huis en bewoners scheiden van elkaar.
(c) Frans Lasès

2 opmerkingen: