Mourir un peu
Aan de Rijssensestraat in Wierden, een forensendorp in Twente,
staat een lange rij vrijstaande
huizen. Een ervan werd rond 1930 door de grootvader van mijn vrouw - mijn
schoongrootvader – eigenhandig gebouwd. Het voldeed in die tijd ruimschoots aan
de toen geldende opvattingen over woongenot. Er werden drie meisjes geboren,
het oudste zou vele jaren later mijn schoonmoeder worden. Toen de tweede
dochter trouwplannen kreeg, vond iedereen het gezellig als zij met haar
toekomstige echtgenoot thuis zou blijven wonen. Heel praktisch bovendien voor
het geval vader en moeder later nog eens hulpbehoevend zouden raken. Het
inwonende stel kreeg twee zonen. Jaar in jaar uit leefden de drie generaties met
en door elkaar onder hetzelfde dak. Voor de opgroeiende jongens een volstrekt
normale situatie. Geen dag ging voorbij zonder oma en opa binnen handbereik te
hebben. En die laatste kon snoepjesfluiten, dus alle dagen feest. Behalve dan die
keer dat hij zijn wijsvinger aan de zaagmachine verloor. Met het klimmen der
jaren werden de rollen omgekeerd. Tijdens hun laatste levensjaren woonden de
hoogbejaarden in hun eigen huis bij het gezin in. Ondertussen hebben de
jongens het huis allang als volwassenen verlaten en zijn hun ouders zélf opa en
oma geworden. De ouderwetse woning en de niet-geringe lap grond eromheen vergen
veel onderhoud. Werk dat door gevorderde zeventigers niet meer is op te brengen.
Een appartement-met-lift in het centrum, bij voorkeur in de directe nabijheid
van winkels, zou een oplossing zijn. Toen dat werd gevonden, kon het ouderlijk
huis worden verkocht.
Vandaag zijn
mijn vrouw en ik op uitnodiging naar Wierden afgereisd. Familieleden, vrienden
en buren wordt de mogelijkheid geboden nog één keer door de geschiedenis te
dwalen. Zich nog één keer te verbazen
over de gedateerde indeling en dito inrichting van het huis. Over het ontbreken
van centrale verwarming en veel ander comfort. Het verlaagde plafond waar in
oorlogstijd gevluchte Joden verstopt zaten. De steile trap naar de bovenetage
en de hokkige slaapkamers met verzakte vloer. Op onze rondgang betreden wij voor
de laatste keer de werkplaats waar onder meer de beruchte zaagmachine heeft
gestaan. Dit is ook de plek waar mijn vrouw eens naartoe werd gestuurd. Haar streng
gereformeerde oma mocht niet zien dat zij op zondag een blouse stond te strijken.
Als we doorlopen naar de schuur ruik ik nog de varkens en kippen die opa er
hield. Er staan verhuisdozen volgepakt met boeken voor liefhebbers. Ik heb er geen
belangstelling voor. In het knusse delfts blauwe keukentje wacht ons een pan groentesoep.
De woonkamer is al gedeeltelijk ontruimd, maar op tafel staan literflessen ‘frisse
witte’ en ‘soepele rode’ wijn. Ik kies voor rood uit een wit plastic bekertje,
en knabbel er een borrelnootje bij. Het moet ook niet te gek worden. Een
melancholiek stemmend afscheid van een tijdperk mag niet ontaarden in feestelijkheid.
Dan wordt het gezelschap naar buiten
gedirigeerd. Ter afsluiting van deze sentimental
afternoon gaan wij in de voortuin als groep op de foto. Iedereen eventjes geforceerd
glimlachen en nog een allerlaatste keer omkijken. Huis en bewoners scheiden van
elkaar.
(c) Frans Lasès
Frans, we vinden dit een erg mooi historisch document
BeantwoordenVerwijderenDank je wel! Zegt de emotionele mens op de bank
BeantwoordenVerwijderen