zondag 10 januari 2016


Voornemen
De weg naar het nieuwe jaar is stevig geplaveid met goede voornemens. Doorgaans zonder die van mij, domweg omdat ik er niet meer aan doe. Ook al neem ik me nog zo voor mij aan de voornemens te houden, er komt nooit een snars van terecht. Maar deze keer maak ik een uitzondering. Ik verbaas mezelf ermee. Wat is het geval?
Niet zelden word ik tijdens een bioscoopfilm hinderlijk gestoord door bezoekers naast mij. Door hun geklets, gekraak, geritsel, geknabbel en geknisper. Het leidt af van waarvoor ik ben gekomen. Mijn irritatie gaat crescendo. Maar wat te doen? Als ik een pianoconcert bijwoon, word ik regelmatig getrakteerd op het gehoest en gekuch van het kunstminnend publiek. Alsof men het schrapen der kelen doelbewust uitstelt tot de verstilde passages. Onmiddellijk is het dan gedaan met mijn concentratie. Weg lyriek. De muziek bereikt mijn hersenen niet meer. Het is slechts wachten op het volgende kuchje. Maar wat te doen? Alles van waarde is weerloos, zei Lucebert. Tijdens een popconcert benemen hoog opgestoken handen met smartphones mij het zicht op het podium. Ieder voor zich, God voor ons allen. Maar wat te doen? Filmare necesse est. Als theaterbezoeker erger ik mij – nee, dat is te mild geformuleerd – sidder ik van ingehouden razernij wanneer toeschouwers in het donker met hun lichtgevende communicatieapparatuur in de weer zijn. Het overkomt mij bij een bezoek aan het Koninklijk Theater Carré. Vanaf mijn plaats op het tweede balkon – ook ik moet bezuinigen – kijk ik via een immens zwart gat naar de wondere wereld die theater heet. Een kwetsbare beleving, die dan ook hinderlijk wordt verstoord door tientallen opdoemende lichtjes. Links, rechts, voor, achter, hoog en laag. Tegen heldere sterren in de nacht heb ik geen enkel bezwaar, maar in de beslotenheid van een theaterzaal zit ik niet te wachten op onbedoelde romantiek. Het sprookje wordt ermee om zeep geholpen. De magie verbroken. Maar wat te doen? Roepen dat het van weinig respect getuigt? Op de betreffende onverlaten afstappen en hen discreet vragen de bezigheden te staken? Hen bestraffend toespreken? Dat je als ouder voor aanvang of tijdens de pauze wilt checken of de oppas het nog doet, kan ik begrijpen. Maar, nadat het zaallicht is gedoofd, doorgaan met appen, mailen, tweeten, sms’en, snapchatten, instagrammen en facebooken beschouw ik als een doodzonde. Ik ben niet trots op dat standpunt, en ook dat stoort mij dan weer. Maar wat te doen? Welnu, in het besef dat mijn ergernissen van weinig tolerantie getuigen, heb ik aan het begin van dit jaar mezelf stevig vermaand. ‘Zeg, hou daar eens mee op! Láát die mensen! Gun eenieder het recht te doen en te laten wat hem of haar goeddunkt. Hoe hinderlijk je dat ook moge vinden.’ Natuurlijk, dát is het! Ik moet beter weten en anderen in hun waarde laten. Daarom heb ik mij voorgenomen mij per direct niet meer te ergeren aan zich grenzeloos irritant, onwellevend en/of asociaal gedragend publiek. Ik voel me best wel een soort van blij met dit goede voornemen …

(c) Frans Lasès 

2 opmerkingen:

  1. Een prachtig voornemen. De ergernissen zijn me uit het hart gegrepen. Veel sterkte in 2016.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen