maandag 8 februari 2016


Fanmail

Berichtje in mijn mailbox. Onderwerp: Fanmail. Geachte mijnheer Lasès, hoe gaat het met u? En nu ik u toch aan ’t scherm heb, zou ik u willen vragen of u drie boekjes voor me wilt signeren. Als ik me het goed herinner, heeft u in 2009 en 2012 op de beurs in Antwerpen ook iets voor me gesigneerd. Ik kom graag, met uw goedvinden, een keer naar Amsterdam. Ik hoor graag van u! ’t Liefst iets positiefs. Vriendelijke groeten, Jannie K, Bergambacht. Nu wil het geval dat ik geen Jannie K. uit Bergambacht meen te kennen. Ik neem mij voor haar op een geschikt moment te antwoorden. Een dag of wat later volgt een tweede bericht. Laatst stuurde ik u een mail waarin ik u vroeg of u drie boekjes van me zou willen signeren. Misschien heeft u dit berichtje gemist (of erger nog, gewist). De eerstvolgende keer dat ik Amsterdam aandoe, is volgende week zaterdag. Misschien is dit een mogelijkheid. Hoor heel graag van u! Vriendelijke groeten, Jannie K. Bergambacht. Het is haar kennelijk menens. Ik schrijf terug dat ik, als zij laat weten hoe laat zij denkt langs te komen, aanwezig zal zijn. De dag erop lees ik haar Bergambachtelijke reactie. Geachte mijnheer Lasès, als het u schikt, sta ik om 16:00 uur bij u op de stoep. Nu een ontmoeting ophanden is, houdt de vraag mij bezig: wie is Jannie K.? Behoort zij tot mijn lezerspubliek? Haar mails zijn niet kinderlijk opgesteld. Is zij een aantrekkelijke jongedame op wie ik destijds in Antwerpen een verpletterende indruk heb gemaakt? Hoe kan dit mij dan zijn ontgaan? Wat wil Jannie K.? Bergambacht ligt niet naast mijn Amsterdamse deur. Verwacht zij, met mijn boekjes als excuus, nader tot mij te komen? Al met al opwindende gedachten. Dag Jannie, je bent op dat tijdstip van harte welkom voor een privé signeersessie. Tot dan. Zal ik mijn studio voor de gelegenheid opruimen of juist beter van niet? Heb ik een fatsoenlijke witte wijn in huis? En wat als ze met mij naar bed wil? 
Zaterdagmiddag open ik tegen vieren mijn voordeur en kijk ik in de ogen van een fors gebouwde vrouwelijke groupie van ver gevorderde leeftijd. Met een schoudertas veilig voor haar niet-onaanzienlijke buik en een paar stevige bergschoenen aan haar voeten lijkt zij mij zojuist teruggekeerd van een geheel verzorgde wandelreis met het vrouwenkoor ‘Hosanna’. Naar Sauerland schat ik. Of anders heeft zij thuis minstens zeven katten en een tamme rat rondlopen en eet zij uitsluitend speltbrood met eigengemaakte kruisbessenjam. Zij blijkt ‘gewoon water - doet u voor mij geen moeite’ te drinken. Altijd al heeft zij veel belangstelling gehad voor geïllustreerde verhalen. En ja, dan kom je al snel uit bij schrijvers en illustratoren van kinderboeken. Zij schaft niet alleen nagenoeg alle in Nederland en België nieuw verschenen titels aan, ook verzamelt zij de handtekeningen van de auteurs ervan. Jaarlijks bezoekt zij de Antwerpse Boekenbeurs. Ruim tevoren pluist zij het programma zodanig uit dat zij op één dag zoveel mogelijk signerende idolen tegelijk kan ontmoeten. Ontbrekende personen bezoekt zij bij voorkeur thuis. Zij toont een visitekaartje: Jannie K. kinderboekhoudster, door manlief - die zijn vrouw prettig gestoord blijkt te vinden – zelf ontworpen. Welke titel van welke auteur ik ook noem, zij heeft deze gesigneerd in haar bezit. Zelf zou zij niet weten waar zij de boeken thuis nog kwijt moet. Het is een obsessie. Al haar geld gaat eraan op. Met Aap en Beer heeft zij ooit in haar handen gestaan. Maar omdat zij die dag al zóveel had gekocht, is het niet tot aanschaf gekomen. En daarvan heeft zij nu spijt, want het is nergens meer te krijgen. Ik doe haar een exemplaar cadeau en signeer het, net als de door haar meegebrachte boeken. ‘Voor Jannie’ hoef ik er niet bij te vermelden. Gevraagd waarom niet, zegt zij zelf wel te weten dat het speciaal voor haar bestemd is. Opgetogen vertrekt zij richting NS station. Zo eenvoudig kan het zijn om een doortastende vrouwelijke fan gelukkig te maken.
(c) Frans Lasès

1 opmerking: