zondag 8 mei 2016


Gekantelde blik

Wanneer ik bij de geldautomaat naast de hoofdingang van Artis aankom, houden ze er de wacht. Dat geeft mij een veilig gevoel. Het kan ook zijn dat ze mij staan op te wachten en mij expres laten voorgaan. In dat geval ben ik er niet helemaal gerust op. Ze zijn met z’n tweeën, manne-tje en vrouwtje. Eigenlijk spreek je in dit geval van woerd en eend. Hij met zijn felgekleurde groene kop, wit nekbandje, bruine bef en verder grijs/bruin met witte staart. Zij in stemmig bruin met precies zo’n staart. Al snel wordt mij duidelijk dat zij niets kwaads in de zin hebben. Sterker nog, zij schenken in het geheel geen aandacht aan mijn verrichtingen. Ze hebben vooral oog voor elkaar. Ongestoord berg ik mijn bankpasje en de zojuist geïncasseerde bankbiljetten op. Als ik wegloop, zet ook het stel zich in beweging en waggelt de andere kant op.
Later die middag passeren wij elkaar op de Nijlpaardenbrug, de ophaal-brug voor fietsers en voetgangers bij het Entrepotdok. Ik rechts, het onafscheidelijke koppel links en op korte afstand achter elkaar. Heel even heb ik de neiging hen te groeten. Ze lijken in het geheel geen haast te hebben. Ik geef ze geen ongelijk. De lentezon schijnt alsof het zomer is en vanaf de brug hebben zij een prachtig zicht op het water en de historische pakhuizen erlangs.
De volgende dag kom ik – nu in gezelschap van mijn vrouw - op weg naar filmhuis Kriterion langs café/restaurant Koosje. Tot mijn verrassing zie ik het stel vlak onder het openstaande keukenraam zitten. ‘Kijk,’ zeg ik, ‘dat zijn die twee waarover ik gisteren vertelde.’ We stoppen even en amuseren ons met het opmerkelijke tafereel. Gevangen in één blik zie ik zowel het verliefde paar onder het raam als de chef-kok in de keuken. Associërend zeg ik: ‘Die eenden zitten natuurlijk te wachten tot hun moment daar is en zij door de kok naar binnen worden geroepen.’ Ja, het spijt me. Ik kan het niet helpen. Dit is wat spontaan in mij opkomt. Mijn vrouw, die het verband ook legt, laat weten: ‘O, ik dacht: die zitten natuurlijk te wachten tot ze van de kok iets te eten krijgen.’ Dat verschil in benadering, wat is dat toch? Een mannendingetje? Mannen willen nog wel eens de ironische bril opzetten. Zijn zij bevreesd voor de lyriek en kiezen zij daarom voor de veilige satire? Er komt een man van gevor-derde leeftijd aangelopen, uit het café zo te zien. Het is iemand van wie ik niet direct verwacht dat hij aandacht heeft voor de eenden-idylle. Hij komt erbij staan. ‘Fantastisch hè, die beestjes. Die hebben het fijn samen. Ik zie ze vaker hier in de buurt scharrelen. Altijd met z’n twee-tjes. Lief hè.’ En terwijl hij doorloopt: ‘Dieren halen geen rottigheid uit, zoals mensen.’ Mannendingetje? Ik ga ineens twijfelen. Het zou natuur-lijk ook mijn eigen gekantelde blik op het waarneembare kunnen zijn.
(c) Frans Lasès

2 opmerkingen:

  1. Wat een aandoenlijk verhaal Frans en inderdaad interessant om te reflecteren hoe diverse mensen (die verschillen van elkaar in o.a. geslacht, leeftijd en persoonlijkheid) ieder heel verschillende associaties hebben bij een zelfde tafereel. Dit kan mogelijk wat zeggen over hoe die personen in het leven staan :-)...
    Een amusant verhaal met een diepere laag die je tot denken aanzet. Een leuke ervaring voor mij op de dinsdagochtend!

    Hartelijke groet,
    Carola

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kijk, Carola, met zo'n commentaar kan ik wat. Het motiveert mij om door te gaan met mijn schrijfsels. Hartelijke groet, Frans

    BeantwoordenVerwijderen