zondag 2 oktober 2016


Vortragsveranstaltung

Of ik binnenkort een lezing wil komen geven op een ArtEZ Academie voor Art & Design. Onmiddellijk heb ik een schrikbeeld voor ogen: München! Ik zal het toelichten.
Een poosje geleden alweer word ik door das Typographischen Gesellschaft München uitgenodigd om tijdens een van hun bijeenkomsten een voordracht te verzorgen. En dan graag over het thema Typographie und Elektronik. Geen probleem, met plezier. Ik schrijf een tekst – in het Engels, want mijn 9 voor Duits is in München hooguit de helft waard. Op de dag zelf doe ik een dvd met verzameld werk in mijn tas en ga met de trein naar Schiphol. Daar schuif ik aan in de incheckrij. Als een passagier vóór mij haar paspoort tevoorschijn haalt, krijg ik een hartverzakking. Niet bij me. Glad vergeten. In paniek ren ik naar buiten en laat mij in een halfuur per taxi naar huis scheuren. Ondertussen bel ik naar het thuisfront met het verzoek klaar te gaan staan met het document. Bij aankomst wens ik even niet te horen dat het ‘ongelooflijk stom’ van mij is. In hoge snelheid en mét paspoort opnieuw richting Schiphol. De taxichauffeur is bereid het gaspedaal nog verder in te drukken. Maar de tijdswinst wordt door een file teniet gedaan. Ik arriveer te laat. Pas over drie uur kan ik op een volgende vlucht. Dit is zo’n moment waarop een mens liever dood is. Wat er dan allemaal in een hoofd omgaat. Tussen aankomst in München en aanvang lezing zit krap een uur. Dat ga ik nooit redden. Ik breng mijn contactpersoon van het Gesellschaft telefonisch op de hoogte. Zij ziet de ernst van de situatie in, zo blijkt in de aankomsthal van Flughaven München. Zodra ik door de glazen schuifdeuren stap, stuit ik op een nerveus ogende middelbare dame. In haar handen een bordje met mijn naam. Ik word Herzlich willkommen geheten en al rennend naar de uitgang geleid. Tijdens onze sprint laat zij mij tot mijn geruststelling weten dat het publiek al in de zaal zit te wachten. Haar auto heeft zij niet ongestraft voor de deur kunnen parkeren. ‘Es tut mir leid, entschuldigung’ stamel ik als zij de bekeuring onder de ruitenwisser vandaan haalt. Na een dollemansrit over de snelweg komen wij in het drukke stadscentrum. Oranje stoplichten negerend en veelvuldig gehinderd door opstoppingen bereiken wij eindelijk onze bestemming. Even een kalmeringspilletje op het toilet, een nat lapje over mijn gezicht en ik betreed de zaal. Daar krijg ik de schrik van mijn leven. Ik sta in een bierhal. Qua akoestiek waan ik mij in een volgepakt zwembad. Maar waar ik ook kijk, zie ik bierdrinkend publiek aan lange tafels. De kleden erop rood/wit geruit. Rondborstige vrouwen in Beierse klederdracht lopen af en aan met enorme pullen bier, in beide handen drie tegelijk. Ik haal diep adem en loop naar het katheder. Ook voor míj staat er bier klaar. Na een introductie door de contactdame steek ik van wal. Tijdens mijn praatje gaat de bierverstrekking in de zaal onverminderd door. Ik maak mezelf wijs dat ik het niet zie. Het verbaast mij dat na mijn anderhalf uur durende lezing-met-lichtbeelden de vragen in het Duits worden gesteld. Ik beantwoord ze consequent in het Engels. Als ik dit na afloop tijdens het etentje met de contactdame ter sprake breng, zegt zij schuchter: ‘Weet u, eigenlijk gingen wij ervan uit dat u de lezing in het Duits zou houden. De meesten hier zijn het Engels niet machtig.’
De voordracht op de ArtEZ academie kan ik in het Nederlands houden. En, zo wordt mij verzekerd, er zal ondertussen geen bier worden getapt. Toch denk ik er nog even over na.
(c) Frans Lasès  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten