In de Gloria
Ben ik in Lissabon, dan moet ik van mijzelf altijd minimaal één
keer naar Cervejaria da Trindade. Niet
omdat je er nou zo uitzonderlijk goed kunt eten. Het is vooral de aangename ambiance van dit oorspronkelijk 13e
eeuwse klooster – later bierbrouwerij – die mij aantrekt. Zo zijn de wanden van
de eetzalen bekleed met fraaie azulejo tableaus waarop de jaargetijden en de
elementen worden verbeeld. De locatie is op een plezierige manier te bereiken
door bij Praça dos Restauradores de elevador Gloria te nemen. Dit authentieke trammetje herinnert mij aan de Amsterdamse
blauwe trams uit mijn kinderjaren. Het
verschil is alleen dat deze slechts uit één enkele wagon bestaat en dat het je steil
omhoog brengt naar de wijk Bairro Alto. Ik heb een plaatsje op een van de
banken langs het raam. De krappe ruimte vult zich al snel met een mengeling van
Lisboëten en toeristen. Een groepje van drie Belgische pubermeisjes moet het
ritje naar boven staand in het gangpad maken. Als het voertuig zich in beweging
zet, zie ik een van hen - zij draagt een baseballpetje - nadrukkelijk om zich
heen kijken. Niet veel later roept zij met Vlaamse tongval: ‘Spreekt hier
iemand Nederlands?’ Er volgt geen antwoord. Ik op mijn beurt doe alsof mijn
neus bloedt. Het petje vervolgt: ‘Mooi, dan kunnen we dus alles hardop zeggen.
Hier, die man bijvoorbeeld,’ zij kijkt mijn kant op, ‘met z’n mooie paarse
sjaaltje en zijn nette puntschoenen.’ In mijn ooghoeken zie ik nu ook haar
vriendinnen naar mij kijken. Mijn blik houd ik zo neutraal mogelijk, mijn
handen losjes gevouwen. ‘Hij weet niet dat wij het over hem hebben,’ zegt een
ander met een hoog stemmetje. ‘Kijk, zit-ie figuurtjes te maken met zijn
vingers, wat zoet.’ Dan gebeurt wat ik al enigszins verwachtte, mijn telefoon
gaat. ‘Zeker z’n geliefde,’ zegt het petje. Ik zie dat mijn zoon mij belt. Hij
is, zo weet ik, net terug van een reis. Om de meisjes in de waan te laten dat
ik hen niet versta, druk ik het inkomende gesprek vlug weg. ‘Nee, het is zijn
vrouw,’ weet het hoge stemmetje. ‘Daar heeft-ie nu even geen zin in.’ Een
derde, met een rugzak om, doet giechelend ook een duit in het zakje. ‘Ja, die mag
natuurlijk niet weten dat hij met zijn vriendin in Lissabon zit.’ De drie
proesten van de lach. Dan heeft Gloria
het eindpunt bereikt. Ik loop achter de meisjes aan naar buiten en tik degene
die het hoogste woord had op de schouder. ‘De volgende keer zou ik een beetje
opletten wat ik allemaal zeg.’ Het petje verstijft van schrik. Ineens heeft zij
geen tekst. ‘Zie je nou wel,’ zegt het hoge stemmetje, ‘ik dacht al zoiets.’ Het
drietal heeft plotseling grote haast om weg te komen. Ik pak mijn telefoon en leg mijn zoon uit waarom
zijn vader hem daarnet zo harteloos wegdrukte.
(c) Frans Lasès
Enig verhaal, Frans.ik geniet erg van je belevenissen.....
BeantwoordenVerwijderenGroetjes van Marian
BeantwoordenVerwijderenMeesterlijk!
BeantwoordenVerwijderenDank u, dank u, dank u.
BeantwoordenVerwijderen