zondag 19 maart 2017


Parels voor wie?

Kunst is een merkwaardig fenomeen. Wie bewijst de kunstenaar eigenlijk een dienst met zijn kunsten? Wie denkt hij te entertainen, te troosten, te prikkelen? Hij wil communiceren, maar kent de ander niet. Veelal ook kent de ander de kunstenaar niet. Een onbekende artiest voor een onzichtbaar publiek. Is hij vooral bezig met zichzelf en dient de beschouwer als excuus? Wie of wat is de norm?
Word ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje, zit ik met een probleem: wat breng ik als cadeautje mee? Ken ik de persoon in kwestie, dan laat ik mij leiden door zijn of haar smaak en interesses. Dan geef ik iets waarvan ik zeker ben de ander te plezieren. Ken ik de ontvanger niet of slechts oppervlakkig, dan zijn er twee opties. Ik speel op safe en geef zo’n fijne VVV-cadeaubon, zodat de ontvanger zelf kan bepalen wat ermee te doen. Of ik geef iets naar mijn eigen smaak, iets dat ik zelf graag zou willen krijgen. Wellicht kan ik er ook nog indruk mee maken op de andere gasten, die ook allemaal origineel hebben willen zijn. Dikwijls is het zoeken naar en het kopen van een geschenk een doel op zich geworden, belangrijker nog dan het geven ervan.
Zou de kunstenaar niet bij het publiek moeten informeren naar smaak en wens? De aangeboden werken botsen namelijk niet zelden met de omslagen van pulplectuur. Met het gemiddelde interieur. Met de schilderijen in menige huiskamer. Zelfs met populaire vakantiebestemmingen. Moet hij zich dat niet aantrekken? Als het publiek kunstcollecties mocht samenstellen, zou dat beslist tot andersoortige exposities leiden. En precies daarom mag het dat niet. Wat het publiek wil, krijgt het al van de commercie. Die loopt achter de massa aan om de gevallen clichés op te rapen. Terwijl reclamemensen, daar lopend, speldenprikken zouden kunnen uitdelen in de dikke reet van de massa. Nee hoor, conformare necesse est! Het is de kunstenaar die ver vooruit loopt. Elitair als hij is, trekt hij zich niets aan van de stoet achter hem. Maar hij werkt er wél voor. Moet hij als artiest gewoon doorspelen, ook zonder applaus?
Doet mij denken aan mijn neefje van vijf. Toen we laatst gingen sjoelen, vroeg hij: ‘Wat voor prijs is er eigenlijk te winnen?’ Waarop ik zei: ‘Er is helemaal niets te winnen.’ Teleurgesteld antwoordde hij: ‘O jammer, dan moet ik het voor mijn plezier doen.’
(c) Frans Lasès