zondag 2 april 2017


Pik es Piko!

Een twintigjarige kan wel wat zakgeld gebruiken. Als ontwerper-in-opleiding nam ik regelmatig kleine opdrachten aan. Zo adviseerde ik middenstanders hoe zij door reclame-uitingen hun naamsbekendheid – en daarmee de omzet – een duwtje konden geven. Tot mijn vaste klanten behoorde een banketbakkerij, gespecialiseerd in het hazelnootgebak Piko. Men voerde de slogan Pik es Piko! Tegenwoordig zou het weer gewoon Pik eens Piko! zijn, maar eind jaren ‘60 was dat ‘es’ reuze modern. Ik ontwierp gebaksdozen, strooifolders en advertenties. Voor een door mij in te richten najaars etalage wilde ik het eens internationaal aanpakken. Dat viel goed te combineren met een geplande autoreis naar Marokko. Het plan was om in die exotische omgeving een Piko-foto te maken en deze bij terugkomst op posterformaat te laten uitvergroten. Voortijdig inburgeren doe je met Piko leek mij een passend adagium. Met slagroom gegarneerd hazelnootgebak is kwetsbaar en aan bederf onderhevig. Een niet van echt te onderscheiden etalage-uitvoering was dus gewenst. De taart zelf maakte ik van piepschuim, rondom beplakt met hazelnoot crunch. De garnering  kwam uit een spuitzak met gips. Liggend op het papieren kleedje in de gebaksdoos zag het er zeer overtuigend uit. Met de Piko taart tussen mijn andere bagage in de kofferbak reed ik in vijf dagen naar Marokko.
Na lang zoeken diende zich een geschikte locatie aan: een onoverdekte soek niet ver van Marrakesh. Kooplieden met uitgestalde waren, gesluierde vrouwen, bebaarde mannen in djellaba, traditionele waterdragers. Als bonus een tweetal dromedarissen en een moskee in de achtergrond. Het gedroomde decor voor de publiciteitsfoto. Nadat ik mijn mini Honda aan de rand van de soek had geparkeerd, werd ik verwelkomd door een groepje jongetjes. Ze verdrongen zich rond die langharige aliën die ik was, en vergaapten zich aan mijn rode autootje. ‘Kroeief?’ vroeg een van hen toen hij de NL-sticker zag. ‘Nee’, antwoordde ik, ‘Lasès’. Het jochie keek mij niet-begrijpend aan. Of ik snoep bij me had, wilden de anderen weten. Ik vertelde in het Frans dat ik een foto wilde maken van een overheerlijke taart die ik bij me had. En of ze het leuk zouden vinden ermee te poseren. Daar waren ze wel voor in. Ik pakte de doos met de taart uit de auto en zette hem zolang op de motorkap. Maar terwijl ik mijn camera en statief uit de kofferbak haalde, zag ik de kinderen plotseling de benen nemen. Tot mijn ontsteltenis moest ik constateren: met medeneming van de taart. Daar ging mijn droomfoto. Gelukkig had ik de tegenwoordigheid van geest om nog snel een foto te maken van de wegrennende rotjochies. Zij pikten Piko! zou ik later bij de uitvergroting zetten, want de taart was er helaas niet op te zien. Ik troostte mij met de gedachte dat die hun wel eens zwaar op de maag kon zijn gevallen.
(c) Frans Lasès

Geen opmerkingen:

Een reactie posten