zondag 11 juni 2017


Maestro, Musik bitte!

De legendarische Harry Bannink staat dezer dagen volkomen terecht in de schijnwerpers. Ik denk terug aan de periode dat wij elkaar met regelmaat ontmoetten. Op zijn woonboot in Loenen aan de Vecht bijvoorbeeld, in de studio of later bij hem thuis in Bosch en Duin. Hij was - onder heel veel meer - de vaste componist van tv-programma’s als De Panorama Woensdag Show, Dat ik dit nog mag meemaken, De Stratemakeropzeeshow en J.J. de Bom. Programma’s waaraan ik als videografisch ontwerper verbonden was. Ik maakte er, geïnspireerd door Terry Gilliam, animatiefilmpjes voor en deed de vormgeving van tal van liedjes.
Wie Harry Bannink zegt, zegt niet alleen Annie M.G. Schmidt, maar zeker ook Willem Wilmink. Deze laatste werd in 1979 de Kabouter van het Oosten-prijs toegekend. Ondanks zijn nog jonge leeftijd – Willem was 43 jaar oud - vond men het de hoogste tijd voor een bekroning van zijn gehele oeuvre. Ter ere van de schrijver werd een feestavond georganiseerd in de sfeervolle schouwburg van zijn geboortestad Enschede. Regisseur Frans Boelen stelde een gevarieerd programma samen met bijdragen van bevriende collega’s. Zo herinner ik mij voordrachten van onder anderen Karel Eijkman, Jan Riem en Hans Dorrestijn, en een muzikaal intermezzo door accordeonvirtuoos Harry Mooten. Ook Wieteke van Dort, Aart Staartjes en Joost Prinsen gaven acte de présence. Mij was gevraagd een komische goochelshow ten tonele te voeren. Als eenmaal bekend is dat je daar wat ervaring mee hebt, ben je al snel de sigaar. Frans Boelen, die tevens de rol van gastheer/presentator vervulde, bedacht ad hoc een artiestennaam voor mij: Professor Doktor Gerhard Gründlich. Hoe kwám hij erop? Ik vroeg Edwin Rutten mij tijdens de show te willen bijstaan. Maar dan wel graag als mijn assistente Ursula. Hij voelde zich vereerd, zo liet hij mij weten. De bij het kostuumatelier van de NOS geleende glitterjurk stond hem geweldig. Dat de ritssluiting van achteren niet helemaal dicht kon, deerde hem niet. Gewoon met het gezicht richting publiek blijven spelen. Harry Bannink himself was van harte bereid de act muzikaal te ondersteunen aan de Steinway. En daarmee voelde ik mij op mijn beurt vereerd.
Na te zijn aangekondigd, kwamen Ursula en ik in stilte het podium op. Ik zwaaide geheimzinnig met mijn goochelstaf en liet vervolgens een duif en een bos felgekleurde bloemen verschijnen. De duif overhandigde ik aan mijn charmante assistente, de bloemen gaf ik aan Willem Wilmink, die op de eerste rij zat. Applaus was mijn deel. ‘Hochgeehrtes Publikum,’ riep ik. ‘Jetzt geht’s los.’ En richting Harry Bannink: ‘Maestro, Musik bitte!’ Hierop begon deze vol overgave wonderschone achtergrondmuziek te spelen. ‘Ho stop! Aufhalten!’ riep ik na een aantal maten. Geschrokken stopte Harry met spelen. ‘Was machst du denn?’ vervolgde ik. ‘Das ist doch gar keine Musik. Das ist Gepingel.’ Harry ging verzitten, draaide wat aan de pianokruk en zei: ‘Verzeihung, Herr Gründlich’. Na enig aarzelen hervatte de maestro zijn pianospel, zo mogelijk nóg geconcentreerder en gevoeliger dan ervoor.
Mede dankzij hem werd de goochelshow een succes. En tot mijn geruststelling kon Harry smakelijk lachen om mijn spontane, maar gewaagde interruptie. Het is niet alleen tekenend voor zijn grootse bescheidenheid, het zegt ook iets over zijn gevoel voor humor.
(c) Frans Lasès      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten