zondag 21 april 2019


Akha 
  
Met mijn achttienjarige dochter maak ik een particuliere rondreis door het noorden en uiterste noorden van Thailand. Zo varen wij in een longtailboat over de Mae Kong, bezoeken wij een theeplantage en liggen wij met olifanten in een modderbad. Een door mij lang gekoesterde wens is om traditioneel geklede hilltribes in hun eigen leefomgeving te portretteren. Naast de Karen en Lahu hebben vooral de Akha – de armste onder de zeven grootste bergvolken - mijn speciale belangstelling. Maar hoe kom ik te weten waar hun nederzettingen zich bevinden? Deze stammen leven teruggetrokken in de heuvels en bossen, ver van de moderne wereld. In het Chinese bergdorp Mae Salong zien we een kleurrijk geklede oude Akhavrouw sieraden te koop aanbieden. Ik loop op haar af, glimlach op mijn vriendelijkst en begroet haar met sa Wat-dee khrap. Ze glimlacht charmant terug en antwoordt met sa Wat-dee kha. Het ijs is meteen gebroken. Ik vraag haar, op mijn camera wijzend, of ik haar mag fotograferen. Ze knikt instemmend en laat zich geduldig portretteren. Ze heeft er zichtbaar lol in. Als geste van mijn kant laat ik mijn dochter een armband uitkiezen. Ik klamp een voorbijganger aan die enkele woorden Engels spreekt. Zou hij weten in welk dorp de vrouw woont? Hij vraagt het haar en tegen mijn verwachting in vertelt zij het. Hij schrijft het voor mij op: Huay Mae Sai. De volgende ochtend laten wij ons per jeep erheen rijden, een rit van ruim een uur over stoffige, hobbelige, bochtige en steile weggetjes. Met de bestuurder spreek ik af dat hij een uur op ons wacht. We worden verwelkomd door het dorpshoofd. Hij weet ons duidelijk te maken dat we alles en iedereen mogen fotograferen. Dat is niet tegen een dove gezegd. Nadat ik eerst de woonsituatie (een tiental bamboehutten met daken van stro) heb vastgelegd, zijn de bewoners aan de beurt. Mannen en vrouwen op hoge leeftijd, een jong ouderpaar, een baby in een schommelwieg. Na elke portretreeks laat ik de modellen het resultaat zien. Er wordt zonder uitzondering lachend op gereageerd. En dan ineens meen ik de vrouw van gisteren te zien. Ze is nu in het zwart gekleed, maar desondanks herken ik haar. En zij ons. Ze gebaart uitnodigend. En even later zitten we op een matje in haar hut. We krijgen een banaan en een soort oliebolletjes gepresenteerd. Om ook mijn fotografiehonger te stillen begint zij uit zichzelf haar bontgekleurde kleren aan te trekken. Inclusief buiksjerp, heuptasje en een imposant hoofddeksel met zilveren bolletjes, kettingen en geverfde veertjes. En alles door haarzelf met de hand gemaakt. Nu zij van top tot teen ook aan de buitenkant onmiskenbaar een Akhavrouw is, begint zij tot onze verrassing met de armen in de lucht een dansje te maken. Als zij vervolgens uit het niets ‘Happy Birthday to you’ voor me gaat zingen, raak ik ontroerd - wat het scherpstellen bemoeilijkt. Afwisselend hop ik van fotograaf naar gast en terug. Een prachtcadeau! En dat terwijl ik pas in juni jarig ben.
(c) Frans Lasès