zondag 31 maart 2019


Evolutie                                                                                                                                                   
Van een ontdekking is geen sprake natuurlijk, daarvoor is het verschijnsel al veel langer bekend, het is eerder een kwestie van uitgestelde bewustwording. Ik heb het over de in hoog tempo opkomende Homo picturalis. In het verleden liep je als crimineel nog rond met een simpel getekend doodshoofd op je bovenarm. Of je had drie stippen tussen duim en wijsvinger. Dat volstond. Het was ook nog de tijd dat de naar liefde hunkerende zeeman een sierlijk Moeder dan wel een rondborstige pin-up in zijn huid liet prikken. Daarmee was alles gezegd. Voor de (semi) integraal getatoeëerde mens moest je wezen in de moeilijk te bereiken binnenlanden van Afrika, het Amazonegebied, Nieuw-Guinea – ik noem maar een dwarsstraat. Vanuit die oerwouden hebben culturele antropologen destijds in woord en beeld verslag gedaan van inheemse volken die van kruin tot teen met pen en inkt waren bewerkt. Hoe het zo ver heeft kunnen komen valt lastig te zeggen, maar dit fenomeen heeft zich de laatste jaren als een olievlek over de rest van de wereld verspreid. De Homo picturalis is aan een niet te stuiten opmars bezig, geen ontkomen aan. Hij, zowel de mannelijke als de vrouwelijke variant, staat niet alleen áchter een marktkraam, hij schuifelt er ook langs. We zien hem op grasvelden in korte broek tegen een bal aan trappen en hij bevolkt de tribunes eromheen. Hij showt peperdure kleding op catwalks en zit er op zijn gouden stoeltje naar te kijken. Hij zingt - door hemzelf op gitaar begeleide - liedjes, soortgenoten zijn er getuige van. Gekleed in tanktop hemdje dineert hij in restaurants. En waar dat niet geapprecieerd wordt, steken de droedels in nek en hals hoog boven zijn overhemdboord uit. Grote populaties van de moderne natuurmens komen voor aan de zandstranden, paraderend in tanga of bikinibroekje. Complete stripverhalen zowel in zwart-wit als in kleur trekken voorbij, veldslagen, dierentuinen. We zien hondenkoppen, kronkelende cobra’s en hertengeweien. Maar ook Boeddha’s, Keltische motieven en hakenkruisen. Geen onderwerp is te gek om als hartenkreet of sieraad te dienen in het menselijk vlees, aan creativiteit geen gebrek. De Homo picturalis paart doorgaans met exemplaren van dezelfde primatensoort. De daaruit ontstane jongen hebben bij hun geboorte nog geen tekening. Zodra zij echter de geslachtsrijpe leeftijd hebben bereikt, verschijnt langzaam maar zeker de voor deze soort zo kenmerkende huidsignatuur.
Nog levende exemplaren van de onbevlekte Homo sapiens zullen mettertijd in daarvoor ingerichte reservaten worden ondergebracht. Voor uitsterving van deze iconische soort moet worden gevreesd.
(c) Frans Lasès

zondag 17 maart 2019


Spieren en zenuwen

In gezelschap van mijn meisjes loop ik in Bangkok door Chinatown. We komen langs een eettentje met als specialiteit vogelnestjessoep en krokodil van de gril. Voor de ernaast gelegen massagesalon heeft een vrouw haar broekspijpen opgestroopt en zit met haar voeten in een aquarium met hongerige visjes. De meisjes lijkt het maar niks. Maar op een buitenbord staat dat je hier ook voordelig je nagels kunt laten doen. Dat vinden ze wel wat. ‘En ik dan?’ vraag ik. ‘Jij krijgt ondertussen een voetmassage.’ Huh? En dat terwijl ze heel goed weten dat ik aan mijn lijf geen polonaise duld. Maar voor één keer zwicht ik – alles voor het avontuur - en stap achter hen aan naar binnen. Voor ik het besef, zit ik in een achterkamertje met mijn blote poten in een afwasteiltje. Visjes ontbreken gelukkig. Een masseur ontfermt zich over mij. Op tedere wijze wast en scrubt hij mijn voeten en droogt ze vervolgens liefdevol af. Ik krijg pantoffels aan en mag hem volgen naar de salon. Daar is een dame bezig de voeten van mijn dochter te wassen. Mijn vrouw wacht geduldig af. Ik neem plaats in een soort vliegtuigstoel, waarna de masseur mijn rechter scheenbeen begint te behandelen. Daar neemt hij royaal de tijd voor. Er klinkt zachte babypianomuziek. Het riedeltje herhaalt zich continu. Eerst is dat behoorlijk irritant, maar na verloop van tijd word ik er zelfs rustig van en voel ik me helemaal zen. Na mijn kuit, mijn tenen – die een voor een langdurig worden gekneed – is mijn voetzool aan de beurt. Dit gepluk en gewrijf mag ik op z’n minst een vreemde ervaring noemen. Als de voordeur open zwaait, komt een vrouw met een bromfietshelm haastig de salon binnen. Onmiddellijk stort zij zich op de voeten van mijn vrouw. Duidelijk een geval van een ad hoc opgetrommelde kracht. Ineens begint de man mijn knieholte te masseren. Maar dat is toch geen voet. Al wrijvend gaan zijn handen bijna ongemerkt steeds hoger. Wat gebeurt er met me? En dan duwt hij ook nog met zijn volle gewicht op mijn bovenbeen. Ik doe maar net of ik het normaal vind. Ter afronding krijgt mijn voet nog een extra behandeling. Met een soort benen staafje drukt hij venijnig hard tussen mijn grote teen en die ernaast. Uiterst pijnlijk, maar hij werkt gewoon het hele rijtje tenen af. Dan wrijft hij krachtig met het staafje over mijn voetzool. Hij weet angstig goed hoe de meest gevoelige zenuwbanen lopen. Dit voelt in het geheel niet prettig. Als ik een van pijn vertrokken gezicht trek, kijkt de masseur mij vriendelijk lachend aan, de sadist. Ik glimlach maar terug en voel alweer de volgende pijnscheut. Dit is zo’n moment waarop je zou wensen maar één been te hebben. Bij wijze van troost krijg ik een kopje mierzoete honingthee aangeboden. En dan moet ook mijn andere been er toch echt aan geloven. Hetzelfde ritueel voltrekt zich, nu met links als slachtoffer. Ik zie dat de meisjes al met rode teennagels zitten en dat nu hun vingernagels gelakt worden. Mijn masseur gebaart dat ik achterstevoren op het voetenbankje moet plaatsnemen. Dan begint hij nog even mijn rug, schouders en nek stevig onderhanden te nemen. Waar in godsnaam houden mijn voeten op? Straks vergrijpt hij zich nog aan mijn oorlelletjes. Maar zo ver komt het niet. De marteling is klaar. En als even later alle veertig nagels van de meisjes in de lak staan, verlaten we de salon. Direct erna komt ook de invalkracht naar buiten, zet haar helm op en rijdt weg op een scooter. Volgende keer laat ik toch liever mijn nagels doen.
(c) Frans Lasès