zondag 13 juni 2021

 

Brand

Op maandag 7 juni 2021 kwam er een abrupt einde aan het leven van Peter Müller en daarmee aan dat van de grote schrijver A.L.Snijders. Zijn geboortestad Amsterdam verruilde hij in de jaren ’70 voor het Achterhoekse Klein Dochteren. Daar schreef hij zijn zeer korte zeer krachtige verhalen. Het leverde hem in 2010 de Constantijn Huygensprijs op. Ik ben een fanatiek bewonderaar van zijn werk en liet hem dit in mijn reacties op tal van zijn zkv’s weten. Niet zonder gêne stuurde ik hem met enige regelmaat mijn eigen schrijfsels toe, waarop vaak een correspondentie volgde - per brief dan wel per mail. Wij hebben elkaar bij verschillende gelegenheden ontmoet, maar laat ik er een uitlichten. Het is negen jaar geleden en zondagochtend. Ik heb de ontbijttafel afgeruimd en loop naar het cd-rek voor wat pianomuziek. De telefoon gaat. Mijn dochter neemt op en meldt zich. Even is het stil, dan hoor ik haar zeggen: ‘Ja hoor, hier komt-ie.’ Als ik haar vragend aankijk, fluistert ze: ‘Het is Peter Müller.’ Hij verontschuldigt zich in mijn rechteroor en wil weten of hij mij niet stoort op deze rustdag. ‘In het geheel niet,' zeg ik en voeg eraan toe: ‘Als jij er maar geen bezwaar tegen hebt dat ik je in mijn badjas te woord sta.’ Dat heeft hij niet. Hij vertelt dat hij de dag ervoor bij een filiaal van Albert Heijn twee exemplaren van Het idee van Pé wilde kopen. Een ‘Luxe Gouden Boekje’ dat ik schreef voor het 125-jarig jubileum van ’s lands grootste kruidenier. Hij had de boekjes tegen de zijkant in het winkelwagentje gezet, maar ze bij het afrekenen van de boodschappen over het hoofd gezien. Eenmaal thuis ontdekte hij bij het uitpakken van zijn tas dat ze ontbraken. ‘Wat vind je daar nou van?’ vraagt hij. ‘Een beetje onhandig,’ antwoord ik. Hij is het met mij eens, maar wijt het aan zijn gevorderde leeftijd. ‘Mijn vrouw is erop tegen, maar ze is even de kamer uit, dus bel ik je tóch.’ Hij vervolgt: ‘Ik ga straks naar mijn zoon, die woont net als jij in Amsterdam. De boekjes wilde ik voor mijn twee kleinkinderen meenemen. Maar dat is dus niet helemaal goed gegaan. Ik vertrek over een kwartier, het is anderhalf uur rijden van hier naar jou, ik zou tegen kwart voor twee bij je kunnen zijn. De vraag is alleen: ben jij dan thuis? Heb jij nog boekjes? En zo ja, mag ik er straks twee van je kopen?’ Hoe zou ik A.L. Snijders iets kunnen weigeren? Ik antwoord: ‘Ja, dan ben ik nog thuis. Ja, ik heb hier exemplaren liggen. En nee, je mag ze niet kopen, wel gratis krijgen.’ Tegen tweeën heeft hij zijn bestelbus geparkeerd en staat hij voor de deur. Ik ben dan inmiddels decent gekleed. In ruil voor twee stuks Het idee van Pé overhandigt hij mij Brandnetels & verkeersborden, destijds zijn nieuwste boek van ruim driehonderd pagina’s. Geen slechte ruil. ‘De volgende keer kom ik als je nog in je badjas bent,’ roept hij lopend naar zijn bus. ‘Eerder is ook geen probleem,’ roep ik terug. Als ik het boek opensla, lees ik op de eerste pagina: A.L.Snijders schreef dit voor Frans Lasès die hem uit de brand hielp.  

(c) Frans Lasès