maandag 26 december 2022

 

Club Femina

Cor Prinsen, een bevriende klasgenoot, woont in Zandvoort. In zijn vrije uren is hij strandsteward of barkeeper. Tijdens het zomerseizoen zet hij in alle vroegte ligstoelen uit, de rest van de dag is hij druk met het verhuren ervan. Op zaterdagen buiten het seizoen staat hij driftig cocktails te shaken. Dit omdat zijn strandtentbaas tevens eigenaar is van een nachtclub aan het Rembrandtplein. Hij heeft Cor laten weten op zoek te zijn naar iemand die in aanloop naar de kerstdagen zijn club van passende decoraties kan voorzien. Cor denkt dat dit wel iets voor mij is. En zo zit ik een paar dagen later ’s middags in een lege nachtclub in een roodpluchen fauteuil. Ik kijk mijn ogen uit. Gouden pilaren en dito spiegels. Discoballen en gekleurde spots aan het plafond. Een ronddraaiend podium dat het glanzende middelpunt vormt van de sfeerverlichte ruimte. Juist als een juffrouw in een witte badjas het podium betreedt voor een repetitie komt de eigenaar – type Zwarte Joop – zich aan mij voorstellen. Zijn buik representeert het goede nachtleven op overtuigende wijze. Hij neemt plaats in een soortgelijke fauteuil tegenover mij. Of ik de wanden van zijn zaak een beetje kersterig zou kunnen aankleden. Gewoon een beetje gezellig, weet je wel. Effe een keer wat anders dan van die geijkte dennentakken aan de muur. En wat zoiets dan zou moeten kosten. Na een korte rondleiding door de zaak komen we een prijs overeen en duwt hij mij een visitekaartje in de handen: Club Femina, bar-cabaret. The smartest nightclub in Amsterdam. Open from 10 pm till 4 am. Er staat een tekeningetje bij van een wellustige danseres. Duidelijk.

Vanaf nu ben ik dagenlang na schooltijd bezig. Mijn koude slaapkamer boven is tevens mijn atelier. Het butagaskacheltje doet zijn stinkende best om de ijsbloemen op de ramen te verjagen. Elke middag opnieuw breng ik mezelf in hogere kerstsferen. Op een tiental platen board schilder ik levensgrote blote engelen. De een in een nog wulpser houding dan de ander. Piepschuimen halve bollen met spenen erop geven het geheel een subtiel 3D-effect. Helemaal als alles in de roze verf staat ben ik niet ontevreden. De serie blote kerstmannen, waar ik een piek en een setje kerstballen op bevestig, doet er niet voor onder. Juist wanneer ik met het pièce de résistance bezig ben, komt mijn vader onaangekondigd naar boven gelopen. ‘Ik wil nou wel eens weten waar je al die tijd mee …’ Verder komt hij niet. Bij het zien van de in elkaar verstrengelde kerstman en engel loopt hij rood aan. ‘Wat is dat voor smeerlapperij? Wil je daar ogenblikkelijk mee ophouden! Ben je helemaal van God los?’ En weg is-ie. Misschien beter om niet te vragen of hij binnenkort vervoer kan regelen. Maar ’s avonds onder het eten wil hij ineens weten hoe ik, zonder enige ervaring, die zooi denk op te hangen in die ballentent. En of het niet handig is als iemand mij erbij helpt. Het eten valt van mijn vork. Een week later heeft mijn vader ‘een mannetje’ gecharterd, inclusief bestelbus. Samen met meneer Kars breng ik de uitgezaagde kerstfiguren naar Femina. Daar blijken we niet meer dan een uurtje nodig te hebben om de ophangklus te klaren.

Ik ben een keer op een late zaterdagavond terug geweest om te kijken of alles er nog netjes bij hing. 

(c) Frans Lasès