zondag 26 september 2021

 

Achterwerk

De VPRO wil eind jaren tachtig voor Villa Achterwerk een nieuw kleutermagazine ontwikkelen. Mij wordt - als docent audiovisuele vormgeving – verzocht om met mijn studenten er een aantal filmpjes voor te leveren. Naast de Arnhemse kunstacademie worden nog enkele andere kunstopleidingen benaderd, waaronder de filmacademie en de UvA. Een eervolle opdracht waarmee de studenten enthousiast aan de slag gaan. Wanneer ik een paar weken later de voorstellen in Hilversum presenteer, blijkt men voor het programma nog op zoek te zijn naar een eindredacteur/regisseur. Of die functie wellicht iets voor mij is. Eerlijk gezegd komt zo’n aanbod niet wekelijks voorbij, dus hoef ik er maar drie seconden over na te denken. En zo heb ik nog diezelfde middag een droombaan te pakken, zonder te solliciteren. Mijn taak is het om samen met een VPRO-redacteur de verschillende studentenbijdragen te coördineren en te redigeren. En of ik ook een programmatitel en een presentatievorm wil bedenken. Kortom: werk aan de winkel. Als voorschot op mijn honorarium zit ik zomaar - in september - op een balkon - in de zon - op Malta. Terwijl mijn vriendin een wandeling door Saint Julian’s Bay maakt, denk ik na. Dit is mijn kans een eigen televisiefiguur te creëren. Het schiet mij te binnen dat kleine kinderen nog wel eens worden begroet met Dag Meneer de Koekepeer. Zou dat niet een aansprekende naam kunnen zijn voor het kleutermagazine? Maar die meneer heeft zich naar mijn weten nog nooit laten zien. Als ik dit denkbeeldige personage nou eens tot leven breng. En dat hij op zijn eigen wijze de programmaonderdelen verbindt. Al snel wordt mij duidelijk dat de presentatiescènes zich visueel moeten onderscheiden van al die andersoortige filmpjes in het programma. Dat zij vooral een eigen rustige vorm moeten krijgen. Ik staar naar bootjes in de baai, naar vissers aan de kant. Als ik in gedachten verzonken omhoog kijk, pal in de zon, voel ik mij als bij toverslag in een flits verlicht. Onmiddellijk zie ik het beeld opdoemen van een lichaam als tekening, maar met het hoofd en de armen van een levende acteur. Vergelijk het met dat kermisbord waar je je hoofd doorheen steekt om je te laten fotograferen. Op televisie is dit nog nooit vertoond. Ik begin meteen te schetsen en merk dat Koekepeer gaandeweg steeds meer op zichzelf gaat lijken. Hoedje, brilletje, snorretje. Als mijn vriendin bij terugkomst vraagt of ik lekker heb gewerkt, zeg ik dat we op een terrasje champagne gaan drinken, zo overtuigd ben ik van de trouvaille. Ook de VPRO blijkt het helemaal te zien zitten. Met als gevolg dat Jan van Eijndthoven vanaf september 1990 de rol speelt die op zijn lijf geschreven lijkt, 76 afleveringen lang. Al na het eerste seizoen wint het programma de Cinekid Publieksprijs. Het vormgevingsconcept blijkt zo aan te slaan dat er nog twee seizoenen Hé hallo Kobie en Ko (Marjolijn Touw en Serge-Henri Valcke) en drie seizoenen Oma Hondje (Kitty Courbois) zullen volgen. Voor deze series mag ik – naast de presentatiescènes – ook alle filmpjes bedenken en realiseren. Van drama tot documentaire, van animatie tot videoclip. Met het grootste plezier werk ik gedurende vijftien jaar aan deze en tal van andere VPRO-programma’s. Waaronder de magische serie Woensdag Wonderdag, het reisprogramma Primus I, of de bezopen familieportretten in Fijne familie. 

En dan is het 2006, het jaar waarin de omroepbazen in hun oneindige wijsheid besluiten de stekker uit het legendarische Villa Achterwerk te trekken. Dat aan dit kinderblok een jaar eerder de ere Nipkowschijf werd toegekend, vormt daarbij geen belemmering. Doek! 

(c) Frans Lasès