Ik beeld het me niet in, want ik heb het echt al een tijdje. Een
lusteloos en slap gevoel, jeukende rode vlekken op mijn rug, tranende ogen, een
tintelend gevoel in mijn benen. Wat is dit in godsnaam? Een vorm van allergie
misschien. Maar waarom openbaart het zich nu pas? In de tweede helft van mijn
bestaan. Navraag leert mij dat je op elk moment van je leven allergieën kunt ontwikkelen.
Ontzettend vervelend. De plezierige kant ervan is dat ze ook zomaar kunnen
verdwijnen. Maar wat heb ik daar nú aan. Huisstofmijt kan het niet zijn, hier
vliegt regelmatig de bezem door het huis. Een papegaai heb ik niet en wollen
kleding draag ik niet. Van mijn eet- en drinkgewoonten heb ik nooit nadelige
gevolgen ondervonden. Nou ja, in elk geval niets dat als allergie kan worden
uitgelegd. Al mijn gangen ga ik na, ook de kamers. Geen vaste vloerbedekking,
geen donzen dekbed. Ik kom er niet achter. Dus ik naar mijn huisarts. Die is
blij mij weer eens te zien, want veel verdient hij niet aan mij. Ik doe mijn
verhaal en vraag hem wat hij ervan vindt. Hij krabt zich hoorbaar over zijn
wang, denkt na en zegt: ‘Ik zou het echt niet weten. Ik begrijp dat het súúúpervervelend
voor je is.’ Precies op dat moment komt er een gekmakende jeuk opzetten, voel
ik gloeiende naalden in mijn benen prikken en lijken mijn ogen in brand te
staan. Onmiddellijk wordt mij de connectie duidelijk, waarmee onbedoeld de
diagnose is gesteld: ik ben hyper allergisch voor het woord super. Alles valt ineens op zijn plaats.
Al weken word ik erdoor geteisterd. Super,
suuuper, súúúper! De hele dag om mij heen. Op facebook, op televisie, in de
huiselijke kring. Vluchten kan niet meer. Het is doorgedrongen tot in alle
hoeken en gaten. De hoogleraar neuropsychologie neemt het zichzelf súúúperkwalijk dat hij zich niet aan de
met God gemaakte belofte houdt. De televisiebakker heeft het over een superabsorberende cake en vindt het súúúperlekker. Alles gaat de laatste tijd super! Echt waar? Jaaa! Super! Súúúper! Men is súúúperbenieuwd. De hotelmanager zegt
dat alles super onder controle is. Films zijn súúúpereng. Dingen
gaan supergoed. Echt súúúpergaaf. Súúúpergênant komt ook
voor. En supervochtinbrengend. Heel gezellig
is het niet meer, het is nu súúúpergezellig,
súúúperchill. En zaken kunnen zomaar súúúperonverwacht
komen. Dan zal een ster tegenwoordig
dus wel als een súúúpernova eindigen en misdienaars een súúúperplie dragen.
Vreemd eigenlijk, met Superman heb ik geen problemen, nooit gehad. Ook niet met superbenzine, kan ik goed tegen. Ik filmde vroeger op super 8-film en ik kom geregeld in een supermarkt. Heeft niet tot lichamelijke klachten geleid. Maar ‘t is de onstuitbare wildgroei hè. Nu ik eindelijk de oorzaak ken van de symptomen, heb ik ook een remedie: telkens wanneer het woord súúúper valt, doe ik alsof er bijzonder wordt gezegd. Of fantastisch, of buitengewoon, of enorm, fenomenaal, geweldig, formidabel, grandioos, bovenmatig. Of gewoon: zeer of erg. Werkt súúúper goed!
Vreemd eigenlijk, met Superman heb ik geen problemen, nooit gehad. Ook niet met superbenzine, kan ik goed tegen. Ik filmde vroeger op super 8-film en ik kom geregeld in een supermarkt. Heeft niet tot lichamelijke klachten geleid. Maar ‘t is de onstuitbare wildgroei hè. Nu ik eindelijk de oorzaak ken van de symptomen, heb ik ook een remedie: telkens wanneer het woord súúúper valt, doe ik alsof er bijzonder wordt gezegd. Of fantastisch, of buitengewoon, of enorm, fenomenaal, geweldig, formidabel, grandioos, bovenmatig. Of gewoon: zeer of erg. Werkt súúúper goed!
(c) Frans Lasès
Fantastisch!
BeantwoordenVerwijderenWat een leuk verhaal, groetjes
BeantwoordenVerwijderen